Sune Demant

We vragen het aan Sune

Sune Demant is een van de sprekers op het NVvE-najaarscongres op 14 maart. De werklengte van A tot Z, zo luidt de titel van zijn lezing. Sune is Deen en studeerde in 2011 af als tandarts aan de universiteit van Kopenhagen. Op dit moment volgt hij de opleiding tot tandarts-endodontoloog aan het ACTA. Daarnaast werkt hij aan zijn PhD aan de universiteit van Kopenhagen. Om zo nu en dan wat stoom af te blazen, mag hij graag in keuken staan. Toetjes en endo’s, wat heeft een Deen nog meer nodig?

Zes vragen aan Sune Demant.

Is er een verschil tussen de Nederlandse en de Deense endo?
‘In Nederland is er bijvoorbeeld een overtuiging om in vitale gevallen een paar millimeter te kort te blijven om een “pulpastomp” achter te laten. En als je in het endo-lite-principe gelooft, wil je misschien zelfs een centimeter korter dan wat traditioneel als de juiste werklengte wordt beschouwd. In Denemarken werd mij geleerd om een apicale stop te maken op 3 millimeter van de radiografische wortelpunt – in vitale gevallen – en een soort box te maken door het kanaal tot apicaal vrij breed te prepareren. Dit om het risico op extrusie van vulmateriaal te verkleinen, maar ook om te zorgen dat er voldoende ruimte is voor voldoende irrigatie. Onze focus in Denemarken lag niet zozeer op de prachtige immunologische mogelijkheden van een kleine pulpastomp, maar had meer een mechanisch aspect. Als we naar de Schilder-benadering kijken, willen we het liefst vullen tot de apicale vernauwing, of het nu vitaal of necrotisch is, en bij voorkeur ook een sealer puff creëren of een zijkanaal vullen. Ik heb daar geen moeite mee, omdat ik geloof dat iedereen, ongeacht welke endodontische filosofie je aanhangt, het erover eens is dat de apicale vernauwing een structuur is die moet worden gerespecteerd en niet moet worden vergroot of vernietigd. Het is dus van belang om nauwkeurig te bepalen waar die apicale constrictie ligt. Daar ga ik het op 14 maart over hebben.’

Hoe kies je de ideale apex-locator?
‘Mijn advies voor de aankoop van een nieuwe apex-locator is: kijk naar de technologie waarop die is gestoeld, zoek op PubMed en controleer of er onafhankelijk onderzoek is dat aantoont hoe betrouwbaar jouw gewenste merk is. Praktische zaken zoals levensduur van de batterij, grootte en misschien integratie in je eindmotor zijn ook belangrijk. Mijn apex-locator moet me kunnen vertellen wanneer ik het parodontaal ligament heb bereikt. Ik heb niet zo heel veel andere informatie nodig, net zoals ik mijn tandenborstel niet nodig heb om een cappuccino te kunnen zetten. Hoewel, dat zou wel makkelijk zijn.’

Als we onze apex-locator volledig vertrouwen, kunnen we het aantal röntgenfoto’s dan verminderen?
‘Ja en nee. De apex-locator geeft ons meer nauwkeurige informatie over de lengte van het wortelkanaal dan een röntgenfoto, maar vertelt ons natuurlijk niet of er een verborgen S-curve in het kanaal zit of een andere morfologische verrassing. Daar hebben we nog steeds de röntgenfoto’s voor nodig. Ik heb in veel gevallen de röntgenfoto van de lengtebepaling overgeslagen, maar dit gebeurt natuurlijk alleen na een goede preoperatieve röntgenfoto te hebben onderzocht.’

Laten we röntgenfoto’s en apex-locators gewoon helemaal vergeten, omdat CBCT ons meest nauwkeurige hulpmiddel is. Vervangt CBCT alles…?
‘Ja, en onze patiënt zou geen fietsverlichting meer nodig hebben, omdat die in het donker zou oplichten. CBCT heeft natuurlijk veel voordelen ten opzichte van 2D-röntgenstralen, maar gezien de kosten, de stralingsdosis en de tijd en ervaring die nodig zijn om de scans goed te interpreteren, zie ik deze technologie in de toekomst niet als relevant voor lengtebepaling. Persoonlijk ben ik meer geïnteresseerd in micro-endoscopische oplossingen of misschien ultrasone technologieën.’

Wat vind je leuk en niet leuk aan Nederland en Nederlanders?
‘Als je belooft het aan niemand in Denemarken te vertellen, moet ik toegeven dat ik eigenlijk geen heimwee heb gehad sinds ik hier 2 jaar geleden naar toe ben verhuisd. Denemarken en Nederland zijn samenlevingen die erg op elkaar lijken. De directheid van de Nederlanders bevalt mij wel. In Denemarken hebben we de neiging om dingen een beetje meer in te pakken. Wat ik wel soms mis, is het gevoel van verbondenheid of ‘gezien’ worden in het dagelijks leven. Dat gezegd hebbende, ik hou echt van jullie! Behalve op de fietspaden misschien. O, en ik heb een problematische relatie met “nieuwe haring”, maar dat is een ander verhaal. Stroopwafels daarentegen, olala!’

Wil je je beste recept uit de Deense keuken onthullen?
‘Citronfromage heeft niets met kaas te maken, maar is een lichte citroenmousse waar IEDEREEN in Denemarken van houdt. Vooral omdat IEDEREEN van zijn grootmoeder houdt en ELKE grootmoeder in Denemarken dit voor een speciale gelegenheid maakt.’

Citronfromage
4 blaadjes gelatine
3 hele eieren
100 g suiker
zaden van één vanillestokje
3 citroenen en hun schil (geraspt)
0,5-1 dl citroensap
0,5 l slagroom

Week de gelatine in koud water. Klop ondertussen suiker, eieren en vanille tot schuim en meng de geraspte citroenschil erdoor. Smelt de geweekte gelatine in een kleine pan, neem de pan van het vuur als die is opgelost en meng het sap door de gelatine. Roer nu het gelatinemengsel krachtig door het eimengsel. Klop nu de helft van de room tot slagroom en meng het door het ei-gelatinemengsel. Doe het mengsel in een kom naar keuze en laat het een paar uur in de koelkast afkoelen. Klop de rest van de room stijf, pak je favoriete spuitzakje en doe iets decoratiefs voordat je serveert.

Schrijf u nu in voor het Voorjaarscongres.