Richtlijnen

COLUMN: Van onderzoek, naar kennis, naar richtlijn

door Sander Loos

Laten we eens richtlijnen opstellen voor het maken van richtlijnen. Want ik zie inmiddels door de bomen het bos niet meer. Het Kennis Instituut Mondzorg (KIMO) gelukkig nog wel. Deze club timmert aardig aan de weg met het opstellen van richtlijnen. Want, zo schrijft het KIMO op zijn website: “Onze uitdaging voor de komende jaren is professionals te ondersteunen bij het verder verhogen van de kwaliteit van de mondzorg en het verder professionaliseren hiervan. Als eerste speerpunt hebben we gekozen voor het ontwikkelen en implementeren van op bewijs gebaseerde klinische praktijkrichtlijnen. Deze richtlijnen moeten voldoen aan de hoogste wetenschappelijke kwaliteitseisen en aan de praktische vereisten van de dagelijkse beroepspraktijk.”

Onze bloedeigen NvvE heeft, zoals u niet ontgaan kan zijn, meegewerkt aan het opstellen van de endo-richtlijn. Daar zijn veel vrijwilligers druk mee bezig geweest en het resultaat mag er zijn.
Maarrrrr… toch blijft er iets wringen. Met name in die ene doelstelling: “Deze richtlijnen moeten voldoen aan de hoogste wetenschappelijke kwaliteitseisen en aan de praktische vereisten van de dagelijkse beroepspraktijk.” Dat is een nobel streven, maar wat zijn dan die hoogste wetenschappelijke kwaliteitseisen? Zijn die ergens gedefinieerd? Geen idee.

In 2012 publiceerde de Swedish Council on Health Technology Assessment het rapport Methods of Diagnosis and Treatment in Endodontics. Een systematische review waarin wetenschappelijk onderzoek naar endodontische diagnose en behandeling tegen het licht wordt gehouden. Dat rapport geeft geen vrolijk beeld. Vrijwel alle conclusies uit wetenschappelijk onderzoek op ons terrein zijn zo zacht als boter. Met een beetje geluk tref je een onderzoek waarvan de conclusies als redelijk worden beoordeeld; van verreweg de meeste krijgt de bewijslast het predicaat ‘zwak’.
Niet heel vreemd, want goed wetenschappelijk onderzoek in de tandheelkunde is moeilijk, duur en tijdrovend en wordt veelal vervuild door nauwelijks te vermijden bias.

De belangrijkste conclusie van de Zweedse jongens en meisjes is dan ook dat we ons nu vooral moeten richten op goed en betrouwbaar onderzoek. En waar dat geldt voor de endodontologie, geldt dat even zo goed voor de hele tandheelkunde. Het lijkt mij dus nogal prematuur om ons vak te overspoelen met richtlijnen die gebaseerd zijn op matig wetenschappelijk onderzoek. Het gevaar bestaat namelijk dat zulke richtlijnen een schijnveiligheid voor patiënten en zorgverleners opleveren.

> Bekijk het rapport