Artikel van de maand
Voor u hebben wij gelezen:
‘4-Year Pulp Survival in a Randomized Trial on Direct Pulp Capping’ van Ballal e.a. 2024 Journal of Endodontics 50: 4-9 (2024).
Aanleiding voor dit onderzoek waren de relatief goede resultaten in studies naar pulpa-overkappingen met calciumsilicaatcementen zoals MTA bij pulpa-exposities bij diepe cariës. Aangezien de meeste gunstige resultaten voortkomen uit onderzoeken die slechts een jaar duurden, waren de auteurs geïnteresseerd in de uitkomsten na een langere periode. Ook wilden ze weten of de methode om de pulpawond uit te spoelen van invloed was op de uitkomst en of het optreden van een pijnlijke mislukking gerelateerd is aan de aanwezigheid van ontstekingsmarkers zoals matrixmetalloproteinase-9 (MMP-9), dat gerelateerd is aan de weefseldestructie door neutrofiele granulocyten.
Materialen en methoden
Deze studie is een vervolg op een eerder gepubliceerde studie waarin de resultaten na een jaar zijn beschreven. Bij 96 volwassenen werden in een gerandomiseerd gecontroleerde studie directe overkappingen uitgevoerd in premolaren en molaren waarbij de cariës was doorgedrongen over de gehele dikte van het dentine en bij het volledig verwijderen van de cariës pulpa-expositie niet was te vermijden. Er was geen pijn vooraf en de elementen reageerden normaal op de koudetest.
De behandelingen werden uitgevoerd met behulp van vergroting en cofferdam. Verweekt dentine werd verwijderd met een ronde boor en handexcavator. Het bloeden van de pulpa werd onder controle gebracht door een wattenbolletje met fysiologisch zout gedurende 1 minuut tegen de pulpawond te drukken. Vervolgens werd pulpavloeistof opgenomen met de punt van een steriele papier stift nummer 60 om de aanwezigheid van MMP-9 te bepalen. Daarna werd de pulpawond gedurende 30 seconden uitgewassen met ofwel 2,5% NaOCl ofwel fysiologisch zout, terwijl de behandelaar niet bekend was met welke vloeistof er werd gereinigd. De pulpa werd overkapt met MTA met daaroverheen een onderlaag van een kunstharsgemodificeerd glasionomeercement en gerestaureerd met een posterior composiet. Met behulp van de Kaplan-Meier-methode werd de kans op pulpa-overleving over 4 jaar berekend.
Resultaten
Patiënten werden na ten minste 1 en 3 jaar gezien. Succes werd onder meer gedefinieerd door de afwezigheid van spontane pijn, van pijn bij percussie en van röntgenologische afwijkingen. Een normale reactie op de koudetest was een ander criterium. Voor nadere analyse werden de mislukkingen onderverdeeld in niet-pijnlijk falen, pijnlijk falen, en falen waarbij een spoedbehandeling vereist was. Van de 98 patiënten waren er 73 nog beschikbaar voor evaluatie na 3,5 jaar. Het bleek dat er van de 34 met fysiologisch zout behandelde elementen, 18 een pijnlijke mislukking ondergingen en 11 een niet-pijnlijke. Bij de met NaOCL behandelde elementen waren dat er respectievelijk 3 en 6. De meeste pijnlijke mislukkingen kwamen voor in het begin en die waren, vooral in de fysiologisch-zoutgroep, geassocieerd met hoge MMP-9 waarden, die overigens niet geassocieerd waren met mislukkingen in een later stadium. De Kaplan-Meier-schattingen duiden op een pulpa-overleving na 1500 dagen van 7% in de fysiologisch-zoutgroep versus 55% in de NaOCL-groep. Het aanzienlijke en voortdurende effect van uitwassen met NaOCL werd treffend gevonden en bevestigde resultaten uit korte termijn studies.
Het succespercentage in deze studie vonden de auteurs niet erg hoog, maar volgens hen zijn er geen duidelijke aanwijzingen dat op langere termijn bijvoorbeeld een partiële pulpotomie tot betere resultaten leidt.
Overigens zij gezegd dat niet lang geleden een mooi overzicht is gepubliceerd over vitale pulpamethoden.